Help, een peuter!
Help, een peuter!
Peuters. Er wordt van alles over gezegd en geschreven. Vaak dat ze lastig zijn en op zoek naar grenzen. Dat ze voortdurend nee zeggen en driftbuien hebben.
Maar eigenlijk zijn peuters ook heel schattig, aandoenlijk, leuk en lief. Hieronder een aantal tips (in willekeurige volgorde) om het beste in je peuter naar boven te halen
Neem de tijd
Peuters ontdekken stukje bij beetje de rest van de wereld. En dat kost nu eenmaal tijd. Even snel naar de bakker is er voor je peuter dus niet bij. Hoe meer je in het tempo van je peuter mee kan gaan, hoe relaxter het wordt. Maak er gewoon een uitstapje van. Al die dingen die heel snel moeten doe je dus liefst zoveel mogelijk als je peuter bij de peuterspeelzaal is.
Maak gebruik van de eigen wil van je peuter
Hoe meer het je lukt om je peuter dat te laten willen wat jij wilt, hoe minder strijd. Als je bijvoorbeeld naar buiten gaat, kun je zeggen “kom, we gaan naar buiten. Trek je jas maar aan”. Een beetje peuter zegt dan ‘nee, ikke wil nie buiten toe”. Of je kunt zeggen “Hey, kijk, daar rijdt een vuilniswagen. Stoer he?” En als je kind dan zegt ‘ikke buiten toe kijke’ zeg je ‘Vooruit dan maar. Hier is je jas’.
Realiseer je dat een peuter egocentrisch is
Een peuter is nog niet in staat zich in te leven in een ander. Eigenlijk kunnen kinderen dit pas echt vanaf een jaar of zes, zeven.Je peuter doet dus nooit dingen om jou dwars te zitten (al voelt dit soms misschien wel zo) maar is gewoon erg met zichzelf bezig. Dit hoort gewoon bij deze fase en wil heus niet zeggen dat je kind opgroeit tot een verwend en egoïstisch kind.
Laat je peuter zoveel mogelijk zelf bepalen
Laat ‘m meebeslissen welke groente er gegeten gaan worden die avond, welke pyjama of kleren hij aan wil, of hij een eigen wagentje wil in de supermarkt of toch liever in het autootje gaat zitten en of hij in de buggy wil of op z’n loopfiets. Bij sommige peuters is het handig de keus te beperken. Dus in plaats van Welke groente wil je? vraag je dan bijvoorbeeld Wil je broccoli of sperzieboontjes. Hoe minder vaak je de strijd aangaat met je peuter, hoe groter de kans dat hij naar je wilt luisteren als het echt een keer nodig is.
Zorg ervoor dat de ‘basisbehoeften’ van je peuter vervuld zijn
Een vermoeide of hongerige peuter is vragen om problemen. Zorg dus dat je altijd iets te eten of drinken bij je hebt en dat je peuter genoeg slaapt. Maar ook de behoefte aan contact, erkenning en genegenheid zijn erg belangrijk. Geef je peuter veel positieve aandacht en knuffel, knuffel knuffel!
Wees proactief
Peuters gaan op ontdekking. Dat is nu eenmaal wat peuters doen. Je kunt ‘m natuurlijk gewoon z’n gang laten gaan, wachten tot hij iets doet wat echt over jouw grenzen heen gaat en dan boos worden. Of je reageert proactief, gaat op tijd naar ‘m toe en buigt de situatie om.
Stel je bijvoorbeeld de volgende situatie voor; je zit met iemand koffie te drinken en je ziet je kind de tuin in lopen naar bloembak. Hij krijgt die blik in z’n ogen (je weet wel, die ondeugende blik die aankondigt dat hij iets gaat doen wat niet mag) en je weet al wat ie van plan is. In plaats van afwachten tot hij inderdaad iets verkeerds doet, kun je er ook even heen lopen en zeggen; ‘Mooi he? Weet je, ik denk dat ze nu water nodig hebben. Hier heb je een gietertje, kun jij dat voor me regelen?’ Grote kans dat jij nog even je koffie op kunt drinken.
Zeg wat je wel wil
Probeer altijd te zeggen wat je wèl van je kind verwacht, in plaats van wat je niet wil zien. Bijvoorbeeld ‘kom maar gezellig hier op je stoel zitten’ in plaats van ‘niet op de tafel klimmen’. Klinkt simpel, maar blijkt in de praktijk nog best lastig. Even oefenen dus, want als het je lukt, wordt de weerstand van je peuter wel gelijk een stuk minder.
Wees juist blij met die eigen wil
Peuters hebben een eigen wil. Of beter gezegd, zijn volop bezig deze te ontwikkelen. En dat is maar goed ook. Als een peuter meteen stopt met iets uitproberen omdat iemand het ‘m verbiedt, dan houdt het met die ontwikkeling snel op natuurlijk. Dat je peuter nu dus zelf wel bepaalt wat hij wel en niet wil, is dus eigenlijk een goeie zaak.
Mocht je denken dat jouw peuter een nóg sterkere wil heeft dan andere peuters, lees dan dit blog ook maar even.
Neem je peuter serieus.
Natuurlijk zal je peuter moeten leren dat sommige dingen gewoon niet mogen of kunnen. Maar de manier waarop je hem dat leert heeft direct effect op de reactie die je krijgt. Ook een peuter wil gewoon graag begrepen worden. Hij zal eerder naar je willen luisteren als jij hem rustig uitlegt waarom iets niet mag of kan als hij weet dat jij ook naar hem luistert als hij vertelt wat hij graag wil en waarom. Als je daar overheen walst en alleen maar ‘Nee, dat mag niet’ zegt heb je grote kans dat hij driftig wordt.
Benoem zoveel mogelijk wat je doet
De passieve woordenschat van een peuter is vele malen groter dan z’n actieve. Hij snapt echt veel meer dan je denkt. Het is erg fijn als je aan je peuter uitlegt wat er gaat gebeuren, wat je gaat doen en waarom. Daar wordt z’n wereld voorspelbaar van en dat voorkomt een hoop weerstand.
Gebruik humor
Hoe meer er gelachen wordt in een gezin, hoe minder tijd er overblijft om boos te zijn. Maak dus zoveel mogelijk grapjes, lach zoveel als je kunt en doe vaak gek. Scheelt de helft van alle opvoedstress.